69 views 0

In deze zaak bij de rechtbank Den Haag gaat het om een geschil met de inspecteur van de Belastingdienst of er wel of geen sprake is van een indirect aanmerkelijk belang van minimaal 5%. 

Situatie

Overledene was in gemeenschap van goederen getrouwd en had een belang van 6,89% in een bv. Deze bv is een holdingvennootschap en heeft op haar beurt een 70,6% belang in een Limited (Ltd). De activiteiten van Ltd liggen in het verlengde van de activiteiten van de bv.

Opvatting inspecteur

De inspecteur van de Belastingdienst is van mening dat er geen sprake is van een indirect aanmerkelijk belang, aangezien het een belang betreft van 4,86% (namelijk 6,89% van 70,6%). Bij het erven kon de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) derhalve niet worden toegepast.

Uitspraak rechtbank

De rechtbank is echter een andere mening toegedaan. De bv heeft naast het belang in de Ltd ook nog belangen in andere vennootschappen die wel als indirect aanmerkelijk belang kunnen worden aangemerkt. Deze belangen worden toegerekend aan de bv. Al de bv’s worden geacht een onderneming te drijven. Dit geldt dus ook voor het belang in de Ltd.

De bedoeling van de BOR is om vererving van ondernemingsvermogen vrij te stellen. Het ondernemingsvermogen van een indirect belang van minder dan 5% kan worden toegerekend aan het ondernemingsvermogen. De uitkomst van deze uitspraak lijkt in alle redelijkheid in overeenstemming te zijn met de bedoeling van de BOR.

Volledige uitspraak

Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl: Rechtbank Den Haag 22 april 2014.

 


Toolkit Bedrijfsopvolging

De gratis toolkit van fiscalist François van der Hoff geeft praktische informatie over het gehele proces van bedrijfsopvolging.

Inhoud:

 Overzicht met tien praktische adviezen (e-mail)

 Voorbeeld BedrijfsOpvolgingsPlan (BOP) 

 Processchema en 12-stappenplan 

 Blijf op de hoogte via de digitale nieuwsbrief

We respecteren uw privacy en zullen uw gegevens niet aan anderen verstrekken.

Het aanvragen van de toolkit is gelukt! Controleer uw e-mail inbox.