150830 views 0

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), ook wel de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) genaamd, is een gedeeltelijke vrijstelling bij de vererving van ondernemingsvermogen.

In dit artikel passeren de volgende onderdelen de revue:

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), ook wel de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) genaamd, is een gedeeltelijke vrijstelling bij de vererving van ondernemingsvermogen. Bij het schenken van een onderneming of aanmerkelijk belangaandelen kan de BOR ook worden toegepast. Zie hiertoe: schenken van onderneming aan kinderen en schenken van aandelen aan kinderen.

Is in uw familie de eigenaar van een onderneming overleden, dan kan het zeer aantrekkelijk zijn om in de aangifte erfbelasting (voorheen successierecht) een beroep te doen op deze BOR. De erfbelasting die u eventueel nog verschuldigd bent, hoeft pas na 10 jaar (met rente) te worden betaald.

Let wel: U moet bij de aangifte schenk- of erfbelasting uitdrukkelijk om de toepassing van de BOR vragen.

Sinds 2010 geldt een vrijstelling van 100% tot een ondernemingsvermogen van € 1.205.871 (2023). Eventueel buitenvennootschappelijk vermogen (zoals bijvoorbeeld bedrijfspanden) telt ook mee. Boven deze waarde geldt een vrijstelling van 83%. Het bedrag van de vrijstelling geldt voor de vererving van de gehele onderneming. Er wordt dus niet gekeken hoeveel elke erfgenaam aan waarde verkrijgt.

Voorbeeld: Stel u erft samen met uw zuster een onderneming ter waarde van € 3.000.000. We ronden de vrijstelling voor het gemak af op € 1.100.000. Ieder van u heeft dan een vrijstelling van 100% over € 550.000 en 83% van het meerdere (€ 1.500.000 -/- € 550.000= €950.000). De totale vrijstelling voor u bedraagt € 1.338.500 op een vererft vermogen van € 1.500.000.

U vindt de complete regeling terug in artikel 35b t/m 35f van de Successiewet uit 1956. Voor rekenvoorbeelden gaat u direct naar rekenvoorbeeld erven onderneming.

Tip: Stem de waardering van de onderneming altijd af met de Belastingdienst om discussie achteraf over de waarde te vermijden.

Voorwaarden BOR

De onderneming moet minimaal 1 jaar bij de erflater in het bezit zijn geweest (bezitseis). De erfgenaam of verkrijger moet de onderneming in ieder geval nog vijf jaar voortzetten (voortzettingseis). Als er sprake is van aandelen, mogen die gedurende vijf jaar niet worden verkocht. Daarnaast mag de onderneming door de bv niet worden gestaakt. De belastingvrijstelling is voorwaardelijk. Dit betekent dat de belasting alsnog geïnd wordt als u niet meer aan deze voorwaarden voldoet.

Tip: De vrijstelling wordt berekend over het ondernemingsvermogen. Dat betekent dat het voordelig kan zijn om zo mogelijk vóór het overlijden privévermogen in de bv te storten. Met deze middelen kan de bv eventuele bankschulden aflossen, wat de grondslag van de vrijstelling verhoogt.

Is er sprake van een holding-bv, dan mogen voor de BOR de activa en passiva van de werk-bv aan de holding-bv worden toegerekend zolang de erflater of schenker een indirect belang heeft van minimaal 5 procent.

Aandelen die gecertificeerd zijn of preferente aandelen kunnen ook onder de BOR vallen. Bij gecertificeerde aandelen wordt gekeken naar de achterliggende aandelen en wat die vertegenwoordigen. Certificaten moeten voldoen aan verschillende voorwaarden alvorens de BOR kan worden toegepast. Die voorwaarden zijn te vinden in het besluit MvF 17 januari 2013 nr. BLKB2012/1221M

Ondernemings- en of beleggingsvermogen

De vrijstelling geldt in beginsel voor ondernemingsvermogen. Er geldt een franchise voor beleggingsvermogen van 5 procent van het ondernemingsvermogen. Als ondernemingsvermogen wordt aangemerkt de waarde van de vermogensbestanddelen van de onderneming, vermeerderd met het beleggingsvermogen tot een maximum van 5 procent van de waarde van het ondernemingsvermogen.

Let op: Voor de BOR moeten bv’s een onderneming drijven. Pensioen- en stamrecht-bv’s doen dat per definitie niet en de BOR is dan ook niet van toepassing.

Of vermogensbestanddelen ondernemingsvermogen zijn of niet, wordt bepaald aan de hand van de vermogensetiketteringsregels voor de inkomstenbelasting (vermogenstoets). Die worden bijvoorbeeld gehanteerd bij grensgevallen als kasgeld- en vastgoed-bv’s. Bij kasgeld-bv’s is vaak sprake van overtollige liquide middelen waarvan nog niet duidelijk is of die voor investeringen zullen worden gebruikt.

Bij vastgoed-bv’s is het vaak de vraag of  de exploitatie van vastgoed wel als onderneming kan worden beschouwd. Zelf onderhoudswerkzaamheden verrichten of projectontwikkeling, kan duiden op ondernemingsvermogen. Of er wel of niet sprake is van ondernemingsvermogen leidt vaak tot discussie met de Belastingdienst. Inmiddels is er interessante rechtspraak op dit gebied verschenen. Bij een uitspraak van Gerechtshof Den Haag 20 december 2013 en een uitspraak van het Gerechshof Arnhem-Leeuwarden op 8 april 2014 kreeg de belastingplichtige gelijk. Een hele belangrijke uitspraak uit 2016 is Hoge Raad 15 april 2016. In dit kader is door de Belastingdienst voor zijn eigen inspecteurs een handleiding gemaakt. Zie: Handleiding vastgoedexploitanten

Om te bepalen of er sprake is van ondernemingsvermogen kijkt de Belastingdienst naar de volgende punten:

  • of het vastgoed bedrijfsmatige geëxploiteerd wordt met rendementen boven normaal vermogensbeheer;
  • de mate van ervaring en expertise van de aandeelhouder/ondernemer.
  • de mate waarin onroerende zaken worden doorverkocht;
  • het aantal verkooptransacties;
  • de mate van financiering met vreemd vermogen;
  • of onderhoudswerkzaamheden in eigen beheer worden uitgevoerd.

Let op: vanaf 1 januari 2024 wordt verhuurd vastgoed aan derden (buiten de groep) per definitie als beleggingsvermogen aangemerkt! De BOR is dus niet meer van toepassing.

Cumulatief preferente aandelen

Cumulatief preferente aandelen zijn aandelen waarop als eerste dividend wordt uitgekeerd. Preferente aandeelhouders hebben een bevoorrechte positie ten opzicht van gewone aandeelhouders. Bij overlijden van de preferente aandeelhouder kan de BOR onder voorwaarden worden toegepast. De preferente aandelen van de erfgenaam moeten namelijk in het verleden in het kader van de bedrijfsopvolging zijn uitgegeven (een een ander niet zijnde de oorspronkelijke aandeelhouder). Zie hiertoe: bedrijfsopvolging tegen cumulatief preferente aandelen. De erfgenaam moet al minimaal 5 procent van de gewone aandelen bezitten wil de BOR van toepassing zijn. De voorwaarden vindt u ook in MvF 17 januari 2013. Als u die leest, is het handig om te weten dat er in dit verband sprake is van ‘specifieke situaties’.

Gaat het om preferente aandelen die vóór 2010 zijn ontstaan dan gelden bijzondere regels. De staatssecretaris begrijpt dat bij een omzetting in (cumulatief) preferente aandelen vóór 2010 nog geen rekening kon worden gehouden met de vanaf 2010 geldende voorwaarde dat er tegelijk nieuwe gewone aandelen worden uitgegeven aan de bedrijfsopvolger. Concrete gevallen kunnen dan ook worden voorgelegd. Er wordt dan beoordeeld of het geval met artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule) soepel kan worden behandeld. Dit schrijft de staatssecretaris in zijn besluit van 4 april 2011.

Tip: Neem een specialist in de arm als er sprake is van preferente aandelen. De zaak is complex en de consequenties van een foutieve aangifte zijn groot.

Testament en overbedeling

Ondernemers hebben over het algemeen een testament dat de verdeling van de nalatenschap bepaalt. De BOR kijkt naar wat hierin over eventuele aandelen gezegd wordt. Als bijvoorbeeld de aandelen van de bv naar één van de kinderen gaan, krijgt dat kind wellicht relatief meer dan de andere kinderen. Dat heet overbedeling (schuld). De andere kinderen krijgen een overbedelingsvordering die niet onder de bedrijfsopvolgingsregeling valt. Het kind met de overbedelingsschuld heeft wel recht op de BOR. De vrijstelling is van toepassing op de waarde van de aandelen minus de overbedelingsschuld (zie ook Optimalisatie BOR in testament).

Afrekenen aanmerkelijk belang

Bij de vererving van aandelen moet in beginsel worden afgerekend over de boekwinst binnen de aandelen (aanmerkelijk belangwinst). De Belastingdienst kan de claim echter doorschuiven naar de erfgenamen. Bij de verdeling aan de erfgenamen moet bij de berekening van de hoogte van de nalatenschap rekening worden gehouden met die belangclaim. Bij een IB-onderneming schuift bij vererving de boekwaarde door naar de erfgenamen. Dit pakt voor de BOR dus gunstig uit. Lees meer hierover in ons kennisbank artikel: Overlijden en aanmerkelijk belang.

Kunnen we u ergens mee helpen?

Bedrijfsopvolging B.V. bestaat uit een groep van professionals die ondernemers, accountants en administratiekantoren ondersteunen in de fiscale, financiële en juridische begeleiding van opvolging binnen het familiebedrijf. Heeft u een vraag? Bel drs. François van der Hoff (010-737 1340) of gebruik het contactformulier.

Wij kunnen u verder helpen met


Toolkit Bedrijfsopvolging

De gratis toolkit van fiscalist François van der Hoff geeft praktische informatie over het gehele proces van bedrijfsopvolging.

Inhoud:

 Overzicht met tien praktische adviezen (e-mail)

 Voorbeeld BedrijfsOpvolgingsPlan (BOP) 

 Processchema en 12-stappenplan 

 Blijf op de hoogte via de digitale nieuwsbrief

We respecteren uw privacy en zullen uw gegevens niet aan anderen verstrekken.

Het aanvragen van de toolkit is gelukt! Controleer uw e-mail inbox.